Parodontologie - Tandvlees

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Parodontologie is een differentiatie binnen de tandheelkunde die zich richt op de steunweefsels van de tanden en kiezen: het kaakbot, het tandvlees en het ligamentum parodontale. Het woord "parodontologie" is afgeleid van de Griekse woorden para (naast), odont- (tand) en logos (leer).

In de parodontologie legt men zich toe op het behandelen van ontstoken tandvlees (gingivitis) en andere weefsels rond de tand (parodontitis) en het corrigeren van defecten na genezing hiervan.

Gingivitis is een ontsteking (=itis) van de gingiva oftewel het tandvlees.

Gingivitis oftewel tandvleesontsteking ontstaat door de ophoping van tandplaque en tandsteen rondom tanden en kiezen. Het kenmerkt zich door roodheid en zwelling van het tandvlees. Tevens gaat het tandvlees bij aanraking gemakkelijk bloeden. Gingivitis kan genezen door een goede mondhygiëne toe te passen.

Doorgaans heeft gingivitis alle kenmerken van een aspecifieke, chronische ontsteking maar er zijn uitzonderingen waarbij gingivitis een acuut verloop kan hebben. Dit is met name bij zwangerschapsgingivitis, acute streptococcen-gingivitis of de zogenaamde NUG.

Als de ontsteking meer weefsel dan alleen het tandvlees omvat, dan spreken we van parodontitis.

Parodontitis is een term uit de tandheelkunde. De letterlijke betekenis is ontsteking (= itis) rondom (= para) de tand (= odont); oftewel de ontsteking van de weefsels rondom de tand.

Het is een bacteriële infectieziekte die ontstaat door ontstoken tandvlees oftewel gingivitis. In een verder gevorderd stadium kan het kaakbot erdoor worden aangetast, wat verlies van kiezen en tanden tot gevolg kan hebben.

Waar gingivitis vooral door de hoeveelheid tandplaque veroorzaakt wordt (met andere woorden dus van alle bacteriën), is parodontitis te wijten aan de activiteiten van specifieke bacteriën, zoals Actinobacillus actinomycetemcomitans, Treponema denticola, Porphyromonas gingivalis, Prevotella intermedia, ... Daarbij spelen ook nog eens verschillende andere factoren een rol, zoals: roken, systemische aandoeningen zoals diabetes en genetische factoren.

Door de wetenschappelijke verenigingen op het gebied van parodontologie, worden de volgende parodontopathiën of specifieke vormen van parodontitis onderscheiden:

  • Chronische adulte parodontitis
  • Refractaire parodontitis
  • Gelokaliseerde, juveniele parodontitis (LJP)
  • Snelverlopende, progressieve parodontitis (RPP)
  • Peri-implantitis
  • Chronische adulte parodontitis

Chronische adulte parodontitis is de meest voorkomende vorm van parodontitis bij personen boven de 30 jaar. Het is een zeer langzaam verlopende vorm van parodontitis. Perioden van chronische ontsteking kunnen ook afgewisseld worden door rustfasen waarbij de ontsteking nauwelijks voortschrijdt. Ook kunnen er heel af en toe korte heftige perioden van ontsteking zijn die met pijn en zwelling gepaard kunnen gaan. Dit is echter zeldzaam.

In de loop der tijd zal het verlies aan aanhechting van het steunweefsel aan de tand langzaamaan toenemen, na sonderen bloedt het tandvlees, de pockets nemen toe tot 3-5 mm en ook bot-afbraak begint op te treden rondom de aangedane tanden en kiezen.

Adulte parodontitis kan door het gehele gebit voorkomen (gegeneraliseerde adulte parodontitis) of alleen plaatselijk bij de molaren en / of voortanden (locale adulte parodontitis).

Refractaire parodontitis

Refractaire parodontitis is parodontitis die na behandeling weerkeert. Deze recidive wordt door sommige niet als een aparte vorm van parodontitis erkend, maar beschouwd als mislukking van de voorgaande therapie. Toch wordt vaak een ander bacteriologisch beeld weergevonden. Bacteroides forsythus komt vaker voor dan bij klassieke juveniele of volwassen parodontitis.

Men kan besluiten om over te gaan tot chirurgische therapie, dat wil zeggen een reiniging van de tandwortels in open veld (het tandvlees wordt tijdelijk opengesneden).

Gelokaliseerde, juveniele parodontitis (LJP)

Hoewel uit bovenstaande blijkt dan aan parodontitis meestal een gingivitis is voorafgegaan, is dat niet altijd het geval. Zo kan er rond de puberteitsjaren een gelokaliseerde juveniele parodontitis optreden (gepaard gaande met ernstige botafbraak rond de snijtanden en de eerste blijvende kiezen) waarbij lang niet altijd een gingivitis aanwezig is. Daarom is het zo belangrijk dat ook op jonge leeftijd de diepte van de pockets wordt gemeten.

Snelverlopende, progressieve parodontitis (RPP)

In ongeveer 10-20% van de gevallen verloopt het proces snel. Dan is er meestal sprake van een specifieke bacterieflora die in de plaque overheerst en erg agressief is. In dat geval spreken we van een snel progressieve parodontitis of rapidly progressive periodontitis (RPP). Soms komt deze vorm ook bij jongeren voor (jonger dan 20 jaar). We spreken dan van juveniele parodontitis. De agressieve vorm van parodontitis kan lokaal, maar ook door het gehele gebit voorkomen

Peri-implantitis

Peri-implantitis is het verschijnsel waarbij rond het implantaat, bot door chronische ontstekingen afgebroken wordt, wat het loskomen van het implantaat veroorzaakt. De oorzaak ligt meestal bij gebrekkige mondhygiëne, roken, het aanwezig zijn van hoge aantallen paropathogene micro-organismen en kan in de hand gewerkt worden door een genetische predispositie. Men moet weten dat het tandvlees zich vast kan hechten aan tanden (epitheelaanhechting) maar niet aan een implantaat. Het tandvlees legt zich gewoon rond het implantaat, zonder echter er aan vast te groeien. Vandaar dat bacteriën gemakkelijk onder het tandvlees, rond het implantaat kunnen gaan woekeren. Daarom moeten mensen met tandimplantaten een zeer goede tandhygiëne in acht nemen.

Parodontitis verhoogt het risico op coronaire hartafwijkingen, op herseninfarct, op zwangerschapscomplicaties en vooral op focale infectie. Parodontitis kan gepaard gaan met slechte adem of halitosis.

Behandeling van parodontitis gebeurt volgens het paro-protocol. De behandeling kan plaatsvinden bij de tandarts in de eigen praktijk, bij de mondhygiënist of bij de tandarts-parodontoloog. Aangezien het protocol veel controlemomenten heeft waarbij de patiënt geëvalueerd wordt, hebben veel algemene tandartsen de voorkeur om parodontitispatiënten door te sturen naar specifieke behandelcentra. Ook bij moeilijke / ernstige vormen van parodontitis geniet dit de voorkeur.

Het protocol ziet er als volgt uit:

·         Intake

·         Initiële behandeling

·         Herbeoordeling

·         Nazorg

·         Evt. specifieke behandelingen

·         Evaluatie

De behandeling kan onder andere bestaan uit:

·         scaling & rootplaning (curettage): tandsteen verwijderen onder het tandvlees in de tandvleeszakken (pockets)

·         botcorrecties: in geval van problemen rond de tanden 

·         gingivectomie: verwijderen van stuk tandvlees omwille van bijvoorbeeld de kans op ontsteking of omdat er onregelmatige overgroei is

·         flappen: chirurgisch middel om beter te kunnen scalen & rootplanen of om entmaterialen in te steken

·         entmaterialen voor furcatieletsels: waar twee of meer wortels samenkomen, kan bot soms afgebroken worden door plaque, vulmaterialen zoals kalfsbot vullen dit op

·         recessiebehandeling: teruggetrokken tandvlees kan behandeld worden met bindweefselenten, gesteelde flaptechnieken, of vrije mucosa-enten

·         kroonverlenging.

Parodontale behandeling geschiedt volgens het paro-protocol, een vast behandelprotocol.

De tandarts zal u in het geval van gingivitis doorverwijzen naar de preventie-assistente. Deze gaat samen met u aan de slag om te voorkomen dat de gingivitis verergerd en omslaat in een parodontitis. In het geval van een parodontitis verwijst de tandarts u door in een milde mate naar de mondhygiëniste of in een erge staat naar de parodontoloog. Zij zullen uw gebit doormeten volgens het "paro-protocol” en de juiste behandeling starten voor het behoud van uw gebit.

Ten slotte is het behoud van uw "tandwortel” essentieel voor het behoud van de rest van uw gebit. Zonder gezonde wortels kunnen we bijvoorbeeld geen kronen en/of bruggen maken!